Nu heet het geloof ik verzamelen, maar in de zestiger jaren was het Sparen. Met een hoofdletter. Luciferdoosjes, suikerzakjes, sigarenbandjes, speldjes, van die filmsterrenkaartjes met danspassen achterop die je kon oefenen. Kinderherinneringen zijn bedrieglijk, maar in mijn herinnering was iedereen in die tijd wel iets aan het sparen.
Verzamelrages
Je had er rages in, en er waren kinderen die met elke rage meededen. Na een paar weken fanatiek sigarenbandjes sparen lieten zij die bandjes dan plotseling links liggen om zich op de luciferdoosjes te werpen. Zij gooiden de in ongenade geraakte bandjes nog net niet weg, maar als zij ze konden ruilen voor luciferdoosjes zouden zij het niet laten. Toch konden ook die ééndagsspaarders heel fanatiek zijn.
Want echte spaarders waren fanatiek. Fanatieker dan ik. Ik was een waardeloze spaarder, maar wel een heel goede bewonderaar. Ik vond het vooral leuk om van vriendinnen te horen wat zij allemaal deden om hun verzameling uit te breiden. Sommigen waren heel inventief. Dat sparen ging om de heb, natuurlijk, maar zeker zoveel om de jacht. Bij luciferdoosjes, suikerzakjes en andere spullen die verder niet echt waarde hadden (excuus! aan iedereen die ik nu op zijn of haar spaardershart trap) zat aan elk dingetje in hun verzameling een verhaal.
Kauwgomplaatjes
Voor filmster- en popzangerplaatjes gold dat veel minder. Die zaten bij kauwgom. Je hoefde maar veel pakjes kauwgom te kopen (wat ik zeer beslist niet mocht, vooral niet na een vergeten-illegale-bazooka-in-de-was-ramp) en de kaartjes stroomden binnen. Je moest wel veel ruilen om het plaatje te bemachtigen van die ene favoriete filmster.
Van sommige sterrenplaatjes heette het dat zij “heel zeldzaam!” waren. Nu zouden we het slimme marketing noemen, maar ik denk dat veel fabrikanten totaal niet on the ball waren en evenveel kaartjes maakten van elke ster, populair of niet. Toen ik Paul Anka al ‘stom’ vond, járen nadat hij plotseling wereldberoemd werd met een liefdeslied voor zijn babysitter, heerste er in Nederland nog een Ankatekort.
Die verzamelobjecten waarvoor je alleen maar iets hoeft te kopen zie je nu ook wel. Meestal bij een grootgrutter die slim series produceert om het sportelement erin te houden. Maar luciferdoosjes en suikerzakjes waren niet gemáákt om te verzamelen. Zij hadden ook een hoog individualismegehalte met verschillende vormen, afmetingen en kleuren: bedrijven lieten ze maken om hun merk onder zoveel mogelijk ogen te brengen op de manier die zij leuk of zinnig vonden. (De tekst op de suikerwikkel hierboven: “Vliegenbesmetting onmogelijk”, zouden wij nu misschien geen aanbeveling meer vinden.)
Je kreeg ze min of meer per ongeluk – tenzij je familieleden kon terroriseren om een ander merk lucifers kopen dat jij ‘nog niet had’. Ze waren overal. Luciferdoosjes en suikerzakjes waren ook een beetje souvenir. Als je op vakantie was of in een andere stad, probeerde je er zo veel mogelijk buit te maken.
Speldjesrage
De speldjesgekte sloeg alle andere rages. Zelfs ik had er een paar. Soms moest je ervoor bij een bepaalde winkel iets kopen, maar er waren ook bedrijven die ze weggaven. Allerlei merken in de meest uiteenlopende branches maakten ze ineens, als bij afspraak, en iedereen spaarde ze.
Er werden letterlijk miljoenen reclamespeldjes gemaakt, in 1965 alleen al naar schatting zo’n 200 miljoen. Naarmate de rage verder om zich heen greep, ging blijkbaar wel de kwaliteit van de speldjes achteruit.
Ze werden van blik, of plastic, vertelt de spaarder-blogger Peter Roskam op zijn blog: “Voor de automerken moest je de garages langs, en voor de bromfietsmerken kon je in het begin nog bij Motorhuis Piet Verbruggen in de Molenstraat terecht voor echte speldjes van Kreidler, NSU of Sparta, maar al gauw kwam Sparta ook met een blikken speldje. Bij Peugeot gebeurde dat ook, eerst het echte speldje en later een blikken versie.”
Roskam is nu helaas overleden, maar om te weten wat de echte spaarders bezielde, klik je de link hierboven. Roskam spaarde werkelijk alles en hij ging ver in zijn jacht. Op zijn site vertelt hij hoe hij in 1964 een brief schreef aan Breznjev en zo bijzondere speldjes bemachtigde.
Crossmediaal suikerzakjes sparen
Veel van die gekoesterde verzamelingen liggen misschien nog ergens op een zolder, maar sommige vinden alsnog een goed tehuis via tweedehandssites of zelfs veilingen. Wie weet worden zij gekocht door de spaardertjes van toen. Maar het is niet meer datzelfde sparen; dit zijn volwassen verzamelaars van nostalgische objecten. Behalve bij de suikerzakjes.
Suikerzakjes sparen lijkt als enige van die verzamelhobby’s nog springlevend. Dit gaat niet alleen over oude spullen van toen: er worden nog steeds speciale zakjes geproduceerd. Het verzamelen lijkt wel op postzegels verzamelen. De club van suikerzakjesverzamelaars maakt een catalogus, waar in december 2014 50.000 zakjes en wikkels in stonden. Vandaag waren het er al 58260 – er staat een teller op hun indrukwekkend uitgebreide site die de stand bijhoudt. De club geeft ook heel gespecialiseerde catalogi uit: de oude wikkel op de foto bovenaan staat in de Catalogus van de suikerwikkeltjes van Gebr. Koppen.
Op de clubsite staan ook nieuwtjes: suikerzakverzamelen is helemaal interactief en crossmediaal geworden. In mei was er bijvoorbeeld een ontwerpwedstrijd voor een nieuw, “zo origineel mogelijk” suikerzakje. Er zouden voor de TT in Assen 15.000 nieuwe suikerzakjes worden gemaakt, en liefhebbers konden op Facebook stemmen op hun favoriete ontwerp.
weet iemand de juiste naam het jaar weet ik niet echt juist meer maar je kon op de straaten in een grote soort kauwgom machine plaatjes vinden van tv series het was ook gewoon geld in steken en draaien en dan kreeg je zo een kaartje waar gelijk tv serie op stond zoals flipper en zo
TV-series weet ik niet, maar bedoel je misschien de Bazooka Joe strips?
Hier zie je er een https://assets.catawiki.nl/assets/2011/6/28/5/3/d/53d64820-83a5-012e-a435-0050569439b1.jpg